Pages - Pagina's

31 Mar 2011

From Hermit island to Kavieng, New Ireland (PNG)
Fri 26/3/2011 till wed 31/03/2011
The distance between Hermit island and Kavieng is "only" 370 nautical miles (when compared to the previous two 800 mile stretches) and it should normally take us 4 to 4.5 days max. From the dates above it shows that the circumstances were not normal. It took us 5.5 days to reach our destination.
The start of our trip is OK. A hardly discernible northerly wind is blowing and as we are motoring east, it does not hinder us. It does not help us either as it is about force 1 (flat calm sea). At sunset on the first day we pass by three trawlers (korean?, taiwanese?, definitely not papuan) with gigantic nets. Small light ships mark the boundary of the nets, they carry an array of lights. We are glad we pass them while there is still some daylight left. In the dark, we would be puzzled to make any sense of these lights. These trawlers must have excellent fish detection equipment on board and they are not here by accident: we catch immediately a 3 kg tuna ourselves. This turns out to be the last fish we catch in PNG waters. Even here, the open sea has been emptied of most of the fish.
In the evening the wind increases and we hoist and unfurl the sails, but it does not increase the speed much. A very quiet night, the boat rocks lightly on the swell. After sunrise the wind disappears completely and the sea becomes oily smooth. We observe a school of yellowtail fish swimming alongside the boat for a while.
At Manus island we have the choice to pass it on the north or the south side. We opt for the north side, because there are less shallows there and one of the yachts we met in Hermit had the current against them. An indication that we will have the current with us on the north side! Not at all: the current must have turned 180° and we have it on the nose. The wind veers to the east and our speed decreases further.
We reach the last of the islands of the Manus group and turn 20 degrees to the right, following a more southerly heading. Within a few miles the adverse current increases, de wind increases and is right on the nose again and soon the dreaded "stop" waves start to appear. Add more rain showers to the mix and our quiet trip changes into a rough one. It is difficult to steer our desired heading, because we need to keep the sails full to make any speed at all. From time to time we even resort to manual steering, because our automatic steering cannot handle the confused seas.
During the night we get a real fright, when we hit something with a loud thud: is it a tree trunk?, a buoy?, a fish aggregation device? We will never know, because it is a dark night en even with the search light we do not spot anything floating. We did not sustain any damage from it, except the shock to our hearts.
For more than 24 hours our speed over ground hardly exceeds two knots and often it is closer to 1.5 knots. We are crawling and not even in the right direction either. Just as we are doubting whether we will ever reach Kavieng, the wind veers to north east, de current eases and our speed increases to almost three knots. Showers get more frequent and heavier, but without much wind and we don't care, because finally we are going in the right direction again.
Our planning (silly to plan on a small sail boat with a small engine) goes out the window. The final 20 miles to Kavieng you have to wind your way through a multitude of reefs and islands (no buoys), it can only be done safely in the daytime with good visibility. When we arrive at sunset in the lee of New Hannover island, the wind and showers disappear completely, there is no swell nor hardly any current. Perfect for a night of floating around. We down the sails, stop the engine and enjoy the silence!
The next day is a beautiful sunny day without any wind. We have all day to motor to Kavieng, where we anchor near Nusa island surrounded by reefs, opposite the township.
Van Hermit eiland naar Kavieng, New Ireland (PNG)
Vr 26/3/2011 tot wo 31/03/2011
De afstand van Hermit naar Kavieng is "slechts" 370 nautiese mijlen (slechts, in vergelijking met de twee maal ruim 800 mijlen van de vorige etappes) en dat zou ons onder normale omstandigheden niet meer als 4 tot 4,5 dag moeten kosten. Uit bovenstaand begin en eind datum blijkt wel dat de omstandigheden niet normaal waren. Het kost ons 5,5 dag om op de plaats van bestemming te komen.
De tocht begint niet slecht. Er waait een bijna onmerkbare noordelijke wind en aangezien we naar het oosten motoren hebben we daar geen last van. Ook geen voordeel aangezien de windkracht ongeveer 1 is (rimpelloze zee). Bij zonsondergang op de eerste dag varen we langs een drietal trawlers (koreaans?, taiwanees?, wie het weet mag het zeggen, in ieder geval niet papoeaas) met gigantiese netten. De netten zijn afgebakend met speciale lichtbootjes (met heel veel en onbegrijpelijke lampen) en we zijn blij dat we eraan voorbij varen in het laatste daglicht. Kom je dit tegen in het donker dan begrijp je er niets van. De trawlers hebben wel goeie visopspoorapparatuur aan boord en ze zijn niet toevallig in dit gebied: we slaan meteen een tonijntje van 3 kilo aan de haak. Uiteindelijk zal blijken dat dit ook de laatste vis is die we vangen in PNG wateren. Ook hier lijkt de open zee behoorlijk leeggevist.
's Avonds neemt de wind iets toe en we zetten de zeilen bij, maar veel maakt het niet uit. Een zeer rustige nacht met alleen een lichte deining die de boot traag doet schommelen. 's Ochtends valt de wind weer kompleet weg en wordt de zee olieachtig glad en doorzichtig. Een schooltje kleinere geelstaart vissen zwemmen een tijdje met de boot mee.
Bij Manus eiland hebben we de keus om er noordelijk of zuidelijk langs te gaan. We doen de noordelijke route omdat die minder ondieptes kent en omdat één van de boten, die we op Hermit ontmoette, op weg naar Hermit stroom tegen had gehad. Dat zou voor ons stroom mee betekenen! Vergeet het maar: de stroom 180° gedraaid en wij hebben hem tegen. De wind begint om te lopen naar het oosten en onze snelheid neemt nog verder af.
We bereiken het laatste oostelijke eiland van de Manus groep en slaan "rechtsaf" (varen een 20 graden zuidelijker koers). Binnen een paar mijl neemt de tegenstroom sterk toe, komt de wind met meer kracht rechter op kop en beginnen de gevreesde "stopgolven" zich te vormen. Dit gekombineerd met steeds buiiger weer, betekent dat de rustige tocht ineens flink onrustig aan het worden is. Koers houden wordt allengs moeilijker, want we moeten druk in de zeilen houden om nog wat vaart over te houden. Van tijd tot tijd dient er zelfs met de hand gestuurd te worden, omdat de elektriese stuurautomaat de verwarde zeeën niet aankan.
's Nachts schrikken we ons het lazarus wanneer we met een dreun tegen iets aanvaren: een boomstam?, een losgeslagen boei?, een visding?, we zullen het nooit weten, want het is stikdonker en ook met een schijnwerper kunnen we niks vinden. Uiteindelijk blijken we ook geen noemenswaardige schade te hebben. Afgezien van een hartverzakking dan.
Ruim 24 uur lang komt de snelheid over de grond nauwelijks boven de twee knopen uit en is vaak in de buurt van de 1,5 knoop te vinden. We kruipen dan ook nog niet eens in de goede richting. Juist als we beginnen te denken dat we op deze manier nooit ons doel zullen bereiken, draait de wind naar noordoost, neemt de stroming af en onze snelheid toe naar bijna 3 knopen. De buien worden heftiger en langer, maar veel wind zit er niet meer in en het kan ons eigenlijk ook niet deren, want we liggen weer op koers.
De planning (voor zover je die kan hebben op een zeilboot met een kleine motor) ligt geheel in duigen. De laatste 20 mijl naar Kavieng gaat tussen allerlei riffen en eilanden door (geen bebakening), dus dat kan alleen overdag met goed licht. Als bij zonsondergang we in de lei van het eiland Nieuw Hannover aankomen, blijkt de wind kompleet te verdwijnen, de stroming verwaarloosbaar te zijn, we in de buienschaduw te zitten en zelfs de deining is afwezig. We halen de zeilen naar benenden, c.q. rollen ze op, zetten de motor uit en besluiten een nachtje te gaan dobberen. Wat een rust!
De laatste dag is het weer schitterend mooi en zonnig en zonder wind. We motoren op ons gemak naar Kavieng, waar we een keurige rustige ankerplek vinden bij Nusa eiland, schuin tegenover het plaatsje van een paar straten.