Pages - Pagina's

16 Nov 2011

From Ambae to Efate
27 September  to 10 October 2011

Although we are now in northern Vanuatu, that does not mean that our southeast journey is over. Far from it. The distance to New Zealand is still some 1300 nautical miles (2,000 km) and despite the fact that we can expect for the last leg some westerly winds, we still have to sail many miles through the south easterly trade winds. There will be more wind and so we have to wait for the right time (= no wind or even better: northeast winds). After Joop's return to the boat we wait a whole week and by then the wind is almost gone and we are also gone. On our way to the main island of Efate, with brief stops at Pentecost and Ambrym islands. It is also necessary to go, for Hanneke's visa is almost running out. The authorities should be lenient (after all we paid already for the extension), but you can not count on that.
Van Ambae naar Efate
27 september tot 10 oktober 2011

We mogen dan wel in het noorden van Vanuatu zijn, dat betekent nog niet dat onze tocht naar het oosten en zuiden ten einde is. Verre van dat. De afstand naar Nieuw Zeeland bedraagt nog steeds zo'n 1300 zeemijl (ruim 2000 km) en ondanks het feit dat we op het laatste stukje westelijke winden mogen verwachten, zullen we eerst nog door een fors aantal mijlen met passaatwinden (ZO) heen moeten bijten. Meer tegenwind dus en dus ook: wachten op het juiste moment (geen wind of nog beter: noordoostelijke wind). Na Joop's terugkomst op de boot wachten we een week en dan valt de wind bijna weg en zijn wij ook weg. Op weg naar het hoofdeiland van Vanuatu, Efate, met korte tussenstops bij Pentecost en Ambrym eiland. Het is ook wel nodig dat we gaan, want Hanneke's visum begint op zijn eind te lopen. Ze doen hier niet zo moeilijk (we hebben tenslotte al voor de verlenging betaald), maar je moet niet te ver over de toegestane tijd heengaan.


Joop had quite a clean up job to do on the chain while hauling up the anchor. More than a month hanging in the nutrient-rich waters of the bay had no yet changed the chain into a rod, but the barnacles and corals were already growing profusely. We motor past the imposing cliffs of the Lolowai anchorage and around Ambae's east cape and encounter a slight headwind, but no waves or swell to speak of, since we stay under the lee of Pentecost.
This narrow and long island is lying in an almost perfect north-south direction. There are no real good bays, but as long as the wind blows from the east (and that is the case), there are many calm anchorages. We spend the night midway along the island and early the following morning we are on our way again with even less wind than yesterday. The goal is Ranvetlam bay on the island of Ambrym. Ambrym is the highest active volcano in Vanuatu and we hope to catch a glimpse of the crater, but you have to be lucky, because the mountain is known for its attraction to clouds. Indeed, we could not see the main crater and have to be content with a nice view of some sub craters.
We moteren langs de imposante kliffen van de Lolowai ankerplek, nadat Joop een stevige schoonmaakaktie op de ketting heeft uitgevoerd bij het binnenhalen van het anker. Ruim een maand hangend in het voedselrijke water van de baai had nog geen staaf gemaakt van de ketting, maar de zeepokken en de koralen waren daar al wel flink mee bezig.
We rondden Ambae's oostkaap en worden gekonfronteerd met een lichte tegenwind, maar geen golven of deining van betekenis, aangezien we dicht onder de lij van Pentecost varen. Dit eiland is een lange rechte spaghettisliert, liggend in een bijna perfekte noord-zuid richting. Er zijn geen echt goede baaien, maar zolang de wind uit oostelijke richting waait (en dat doet-ie) zijn er een massa kalme ankerplekken. We brengen de nacht halverwege het eiland door en zijn de volgende ochtend alweer vroeg op pad met nog minder wind als gisteren. Ons doel vandaag is de Ranvetlam baai van het eiland Ambrym. Ambrym is de hoogste aktieve vulkaan in Vanuatu en we hopen een glimp van de krater te zien, maar veel vertrouwen hebben we daar niet in, want de berg staat bekend om zijn aantrekkingskracht op wolken. En inderdaad, de hoofdkrater krijgen we niet te zien en we moeten het doen met het ook wel fraaie zicht op wat bijkraters.
We anchor close to a black sand beach and decide to swim to the beach, so we can at least say that we have been ashore on Ambrym. Joop does not want to inflate the dinghy for a single night, because we continue tomorrow morning. This visit produces an interesting side effect. We meet Abel, a friendly young man, who can provide us with fresh vegetables. He returns before dark with the vegetables (many tomatoes) and it turns out that he is actually much more interested in something else: to sail to Efate! And for a good reason.
Some background: New Zealand has since a few years an arrangement with a number of the Pacific island states, including Vanuatu, where interested islanders (usually young unmarried men) can get temporary work in NZ. It is for short-term (up to half a year) seasonal agricultural work such as fruit picking, pruning grapevines and forestry. 

A win win arrangement. For the farmers in New Zealand because they get experienced workers, willing to work hard and for the Islanders because they can earn much more in New Zealand as in their own country and they get to see something different from their own village. Not to mention the sensation of flying to New Zealand. Within a short time NZ has become immensely popular among the rural population of the Pacific islands. The young men spend the money they earn in part on their family, so everyone benefits from the extra money. Abel has secured such a job and needs to go to Port Vila on Efate for such things as a medical examination, a visa, etc. Time is running out, as he flies to NZ in November. And just now the ferry to Efate was cancelled. The next ferry will be in a few weeks. As said before, Abel had a good reason to ask for a lift. 
Given the wind forecast for the next few days (absolutely no wind) it is no problem to have a visitor on board and so we agree.
Next morning a canoe with three people in it heads for our boat. One person too many, we think.
We ankeren tegenover en vlakbij een zwart strand en besluiten er naar toe te zwemmen, zodat we in ieder geval kunnen zeggen dat we op Ambrym aan land geweest zijn. Joop is namelijk niet van zins om de bijboot op te blazen voor één enkele avond, want morgen gaan we weer verder. Dit zwembezoek levert een interessant bijeffekt op. We ontmoeten Abel, een vriendelijke jongeman, die ons van wat verse groente kan voorzien. Hij komt inderdaad nog voor donker langs met zijn handelswaar (veel tomaten) en dan blijkt dat hij eigenlijk nog veel meer in iets anders geïnteresseerd is: meevaren naar Efate! En voor een goede reden.
Eerst even wat achtergrondinformatie: Nieuw Zeeland heeft, sinds een paar jaar, een regeling met een aantal eilandstaatjes inde Stille oceaan, waaronder Vanuatu, die inhoudt dat geïnteresseerde eilanders (over het algemeen jonge ongetrouwde mannen) een tijdelijk werkkontrakt kunnen krijgen voor NZ. Het is voor kortlopend (maximaal een half jaar) seizoensgebonden agraries werk zoals fruit plukken, druivenranken snoeien of in de bosbouw. Iedereen blij. De boeren in NZ omdat ze ervaren werklui kunnen krijgen die bereid zijn een aantal maanden hard te werken en de eilanders omdat ze in NZ veel meer kunnen verdienen als in eigen land en ze ook nog eens iets anders te zien krijgen als hun eigen dorp. Om het over de sensatie van vliegen naar NZ maar niet te hebben. NZ is hierdoor in korte tijd immens populair geworden bij de plattelandsbevolking van de betrokken eilanden, want de jongemannen besteden het verdiende geld over het algemeen ten faveure van hun familie, zodat iedereen er een stukje in welvaart op vooruit gaat. Abel bleek zich van zo'n baan verzekerd te hebben en hij moest nu naar Port Vila op Efate voor zaken als mediese keuring, visa, enz. De tijd begon een beetje te dringen, want hij zou begin November naar NZ moeten vliegen. En juist nu was de veerboot naar Efate uitgevallen. De volgende boot zou wel eens een paar weken op zich kunnen laten wachten. Zoals gezegd, een goede reden om ons erover aan te spreken en gezien de windverwachting voor de komende dagen (absoluut geen wind) was het geen probleem om een bezoeker aan boord te hebben en dus stemmen we toe.
's Ochtends vroeg komt er een kano op ons af met drie personen aan boord. Eén teveel denken we.

Apparently Abel has a cousin (Ron), in the same predicament and he asks if he can come as well. All right, join the party, but then we leave quickly, before half the island population wants to come as well.
All in all it's a fun experience and the young men help as much as possible and are not in our way. Watch keeping at night is a lot more pleasant if you have company. An additional bonus is the fact that Ron has digital photographs (on a memory stick) of a hike up the volcano of Ambrym. Now we have evidence that its crater really exists.
Het blijkt dat Abel een neef heeft (Ron), die in hetzelfde schuitje zit en ons vraagt of hij ook mee kan varen. Wel ja, hoe meer zielen hoe meer vreugd, maar we besluiten wel het anker op te halen voordat het halve eiland mee wil.
Al met al is het een leuke ervaring en de jongens helpen zoveel mogelijk mee en lopen zeker niet in de weg. Het wachtlopen 's nachts is een stuk gezelliger als je wat aanspraak hebt. Een extra bonus is het feit dat Ron digitale foto's blijkt te hebben (op memory stick) van een beklimming van de vulkaan van Ambrym. Hebben we toch nog bewijs dat dat ding echt bestaat.
Solidified lava river on Ambrym    Gestolde lavarivier op Ambrym

Lava landscape on Ambrym       Lava landschap op Ambrym

The  crater with lava      Blik in de krater met lava

Custom dancing on Ambrym      Traditionele dans op Ambrym        
The trip goes as expected (motoring, motoring, motoring), except when we leave the wind shadow of Ambrym (yes, yes, a wind shadow without wind) and we unexpectedly encounter 20 knots headwinds. What is happening? The waves build up quickly, slowing us down. We hoist and unfurl the sails and we tack into the wind. Just when we start to wonder if continuing to Efate is feasible and if not, what to do with our guests, the wind disappears as suddenly as it appeared. The waves diminish and we take the sails away. This was really a wind going from nothing to nowhere.
As compensation for our worries we catch a nice tuna, which Abel and Ron expertly clean and chop up, ready to be fried and eaten. It is their favourite fish.
De tocht gaat zoals verwacht (moteren, moteren, moteren), behalve dan dat op het moment dat we de windschaduw van Ambrym verlaten (ja, ja, windschaduw zonder wind), we onverwacht en uit het niet 20 knopen wind recht op kop krijgen. Waar komt dat nu weer vandaan? De golven worden een beetje enthousiast en onze snelheid zakt in. Zeilen omhoog en uitgerold en we kruisen er tegenin. Als we ons voorzichtig beginnen af te vragen of de tocht wel haalbaar is en zo niet, wat we dan met onze gasten aanmoeten, verdwijnt de wind net zo snel als dat-ie verscheen. De golven verdwijnen en de zeilen kunnen weer weg. Dit was nu werkelijk een wind van niks naar nergens.
Als kompensatie voor onze schrik vangen we een leuk tonijntje, die Abel en Ron binnen de kortste keren, tot panklare brokken verwerkt hebben. Het blijkt hun favoriete vis.
A fish that they have rarely been able to catch in recent years due to overfishing. The foreign trawlers catch everything in their wake. We all have a fantastic meal that evening and we are sure that this trip on our sailboat will be a memorable event for them.
We were in Port Vila seven years ago and all the things that we did not like about it then, ie. too much traffic, too many yachts in the harbour and too many tourists, are even more evident now. I guess we don't like cities much. The traffic crawls through the centre from dawn to dusk. The harbour is still full of yachts, despite the fact that many have left already to avoid the hurricane season. Joop manages to squeeze the Vaarwel in a corner. Probably someone had just vacated that spot.
Een vis die ze de laatste jaren, door de overbevissing van de zeeën, nog maar zelden weten te vangen. De buitenlandse trawlers vangen alles voor hun neus weg. Wat hun betreft is het een feestmaal die avond en wij zijn ervan overtuigd, dat deze tocht op een zeilboot hun nog lang bij zal blijven.
Port Vila kennen we nog van 7 jaar geleden en alle zaken die ons toen tegenstonden, teveel verkeer, teveel jachten voor anker en aan ankerboeien en in het algemeen te toeristies, zijn nu in versterkte mate aanwezig. We houden geloof ik niet zo van steden. Het verkeer door het centrum is belachelijk en de paar straten zijn van de vroege ochtend tot de late avond verstopt. Het barst van de zeiljachten, ondanks het feit dat velen al naar een volgende bestemming vertrokken zijn. Toch weten wij een leuk plekkie te vinden. Waarschijnlijk was er net iemand vertrokken.
We go on a shopping spree in Port Vila. Vila has a lot of tax-free shops with really low prices (unlike the fake ones at airports) for its many tourists. Throughout 2011, the only alcohol we consumed on board was our home brew ginger beer, so we happily replenish the ship's stores with liquor and wine. There are also numerous reasonably priced supermarkets, where we stock up large, because everything is very expensive at our next destination, New Caledonia. We love the fresh produce market in Vila. It may not be as cheap as Luganville, but it offers a much wider selection and the produce is of good quality.
While shopping we snack on French stick breads and croissants and rediscover the delicious beef from Vanuatu. In the restaurants in the market, you can have a meal consisting of rice, salad, vegetables and a delicious steak with black pepper sauce for only NZ$5 (US$ 4).
A large number of yachts in one place mean a lot of nationalities and for the first time in a very long time we meet Dutch sailors again.
By October 10, the Vaarwel is fully provisioned again. As a few windless days are predicted, it's time once again to sail into a southeasterly direction to Erromango, another island we visited 7 years ago.
Toeristies is Vila ook nog steeds, maar dat heeft ook een voordeel in de vorm van een groot aanbod belastingvrije drank met echt lage prijzen (geen nep zoals op de vliegvelden). We slaan grootscheeps in, want heel 2011 drinken we al ons eigen gebrouwen gemberbier. Er zijn ook een flink aantal supermarkten met redelijke prijzen, dus slaan we flink in, want onze volgende bestemming, Nieuw Caledonië, staat bekend als zeer duur. Maar het juweel van Vila is de markt. Niet zo goedkoop als Luganville, maar met een nog veel beter aanbod en de produkten zijn van goede kwaliteit. We winkelen ons dus suf in Port Vila en eten onszelf onderwijl bolrond aan lekker stokbrood en croissants (de franse invloed) en we herontdekken in de marktrestaurantjes weer het heerlijke rundvlees van Vanuatu. Voor de luttele prijs van 3 euro (NZ$ 5) heb je een maaltijd bestaande uit rijst, salade, groente en een heerlijke biefstuk met een massa zwarte pepersaus. We verhongeren niet.
Een groot aantal jachten op één plek, betekent een hoop nationaliteiten en voor het eerst sinds lange tijd ontmoeten we weer Nederlandse zeilers.
Op 10 oktober is de Vaarwel weer volgeladen en aangezien er een paar windloze dagen voorspeld worden is het tijd om maar weer eens in zuidoostelijke richting te gaan varen. Op naar Erromango dus, een ander eiland waar we 7 jaar geleden ook al waren.